Hoogbegaafdheid
We spreken van hoogbegaafdheid als iemand een IQ van boven de 130 heeft. Maar hoogbegaafdheid is meer dan alleen een hoge intelligentie. Het gaat ook om een andere manier van denken, voelen en doen. Hoogbegaafde mensen zijn vaak creatief, kritisch en perfectionistisch. Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel, een grote behoefte aan zelfstandigheid en ervaren emoties vaak intens. Deze eigenschappen kunnen invloed hebben op hoe iemand de wereld beleeft en zich ontwikkelt. Ze kunnen daarnaast samengaan met psychische klachten. Veel hoogbegaafden ervaren moeilijkheden in het contact met anderen. Zo kan het lastig zijn om zich aan te passen aan een groep, om vrienden te maken of om zich sociaal staande te houden. Ze voelen zich vaak anders en vinden het niet altijd makkelijk om aansluiting te vinden.
Wat is hoogbegaafheid?
We spreken van hoogbegaafdheid als iemand een IQ van boven de 130 heeft. Maar hoogbegaafdheid is meer dan alleen een hoge intelligentie. Het gaat ook om een andere manier van denken, voelen en doen.
Hoogbegaafde mensen zijn vaak creatief, kritisch en perfectionistisch. Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel, een grote behoefte aan zelfstandigheid en ervaren emoties vaak intens. Deze eigenschappen kunnen invloed hebben op hoe iemand de wereld beleeft en zich ontwikkelt. Ze kunnen daarnaast samengaan met psychische klachten.
Veel hoogbegaafden ervaren moeilijkheden in het contact met anderen. Zo kan het lastig zijn om zich aan te passen aan een groep, om vrienden te maken of om zich sociaal staande te houden. Ze voelen zich vaak anders en vinden het niet altijd makkelijk om aansluiting te vinden.
Gevolgen in het dagelijks leven
Hoogbegaafd zijn betekent niet automatisch dat alles makkelijk gaat. Veel hoogbegaafde mensen ervaren juist uitdagingen in het dagelijks leven. Zo kunnen schoolse vaardigheden zoals plannen, organiseren, omgaan met emoties en samenwerken met anderen lastig zijn. Ook het sociale contact verloopt niet altijd vanzelf. Omdat hoogbegaafdheid relatief weinig voorkomt (ongeveer 1 op de 20 mensen), voelen sommigen zich anders of alleen.
Hoogbegaafden denken vaak diep na over zichzelf en de wereld om hen heen. Daardoor kunnen alledaagse dingen, zoals het begrijpen van sociale regels of de maatschappij, verwarrend of vermoeiend zijn. Ze stellen zichzelf veel vragen en blijven vaak lang nadenken over zaken waar anderen snel overheen stappen.
Ook op sociaal gebied kunnen er moeilijkheden ontstaan. Het maken en onderhouden van vriendschappen of relaties kan lastig zijn, net als het vinden van passende vrijetijdsbesteding. Omdat hoogbegaafden vaak sneller en op een andere manier denken, voelen ze zich soms niet begrepen door hun omgeving. Dat kan leiden tot frustratie of een gevoel van eenzaamheid. Een plek waar hoogbegaafden elkaar ontmoeten, zoals een speciale groep of community, kan helpen. Soms is ook begeleiding nodig, op school, op het werk of in het dagelijks leven.
Vaktherapie bij hoogbegaafdheid
In vaktherapie ligt de nadruk niet op praten, maar op doen en ervaren. In plaats van alleen met woorden te werken, ga je actief aan de slag. Daardoor is vaktherapie ook geschikt voor mensen die moeite hebben met praten over wat ze voelen of denken, of die juist veel in hun hoofd zitten. Deze praktische aanpak helpt om patronen van vermijding of ‘coping’ te doorbreken. De vaktherapeut maakt gebruik van creatieve werkvormen en materialen, en past de oefeningen aan op wat jij nodig hebt en hoe jij de wereld beleeft. De focus ligt op jouw kwaliteiten en op positieve ervaringen die je tijdens de therapie opdoet.
Samen met jou kijkt de therapeut naar waar je tegenaan loopt. De doelen kunnen bijvoorbeeld gaan over je lichaamsgevoel, hoe je functioneert in het dagelijks leven, of hoe je omgaat met anderen. Denk aan:
• Ontspanningsoefeningen om te leren voelen waar je spanning in je lichaam vasthoudt, en hoe je die kunt loslaten.
• Oefeningen om emoties te herkennen: hoe voelt het in je lichaam als je boos, bang of gespannen bent?
• Rollenspellen of samenwerkingsopdrachten om te oefenen met sociale situaties of met het herkennen van emoties bij anderen.
Tijdens of na de oefeningen bespreek je samen met de therapeut wat je hebt ervaren. Wat voelde je? Wat dacht je? Wat deed het met je? Op die manier krijg je inzicht in jezelf, kun je gevoelens uiten en ontdek je nieuwe manieren van reageren. Vaktherapie is dus niet alleen doen, maar ook ontdekken, oefenen én groeien.
Behandeltraject en werkwijze
Vaktherapie kan op verschillende manieren worden aangeboden: individueel, in een groep of samen met het gezin. Hoe de therapie eruitziet – de duur, de frequentie, de locatie en de manier van werken – hangt af van de problemen die iemand naast zijn of haar hoogbegaafdheid ervaart.
Om ervoor te zorgen dat de therapie ook echt helpt in het dagelijks leven, werkt de vaktherapeut zo veel mogelijk samen met belangrijke mensen in de omgeving van de cliënt, zoals ouders, school of andere hulpverleners. Ook wordt er veel aandacht besteed aan het toepassen van wat iemand leert tijdens de therapie, buiten de therapieruimte.
Vaktherapie is minder geschikt in situaties waarin iemand niet gemotiveerd is om in therapie te gaan of in een acute crisis verkeert (bijvoorbeeld tijdens een psychose, bij een ernstige depressie of suïcidaliteit). In zulke gevallen is eerst andere hulp nodig. Als iemand daarna weer wat meer stabiliteit heeft, kan vaktherapie alsnog helpend zijn.
Meer informatie
Herken je jezelf, jouw kind of een naaste in bovenstaand verhaal? Kan vaktherapie iets voor je betekenen? Zoek hier een vaktherapeut in jouw buurt. Wil je weten of jouw zorgverzekering vaktherapie vergoedt, kijk dan hier. Voor kinderen en jongeren kun je bij jouw gemeente informeren hoe en waar vaktherapie vergoed wordt. Kijk ook eens op de volgende websites voor meer informatie:
• www.psyned.nl/hoogbegaafdheid
In de podcast ‘Vaktherapie de podcast’ vertelt dramatherapeut Jeroen Ward meer over hoe dramatherapie kan helpen bij jongeren die zijn vastgelopen in het reguliere schoolsysteem. Mensen die hoogbegaafd zijn lopen vaker vast, veelal op school. En juist bij deze groep werkt ervaringsgerichte therapie zoals vaktherapie/dramatherapie. De podcast kun je hier luisteren.
Vaktherapie is een behandelvorm voor mensen met een psychische aandoening of psychosociale problematiek. Voorbeelden hiervan zijn angstklachten, gedragsproblemen, trauma of verliesverwerking.
De term ‘vaktherapie’ is de overkoepelende naam voor beeldende therapie, dans- en bewegingstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie.
Bij vaktherapie ligt de nadruk meer op het doen en ervaren en minder op het praten. Door gerichte oefeningen en werkvormen kun je jouw problematiek onderzoeken en jouw emoties en gedachten daarbij vormgeven. Door de ervaringen die je bij deze werkvormen opdoet, werk je aan bewustwording en kun je nieuwe inzichten verwerven. Je kunt bijvoorbeeld leren om op andere manieren te reageren op situaties of gevoelens. Zo kun je nieuwe mogelijkheden ontdekken en vaste patronen doorbreken.
In sommige gevallen ligt de nadruk van de therapie op het oplossen van het probleem, in andere gevallen ligt de nadruk meer op de acceptatie ervan of op het beperken van de gevolgen van een aandoening.
Vaktherapeuten zijn werkzaam binnen instellingen in de somatische en geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, justitiële instellingen, speciaal onderwijs, vluchtelingenzorg en welzijnsinstellingen. Ook zijn er vrijgevestigde vaktherapeuten met een eigen praktijk.
Onderstaande video van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen geeft een beeld van wat vaktherapie kan betekenen bij verschillende problematieken. Cliënten met verschillende problematieken vertellen wat vaktherapie heeft betekend.
Bij de Universiteit van Nederland geven Nederlandse topwetenschappers gratis college op internet, radio en televisie. Hoogleraar Vaktherapie Susan van Hooren heeft hier ook een college gegeven waarin ze meer vertelt over vaktherapie en antwoord geeft op de vraag of je een depressie weg kunt dansen. Bekijk hier het college (15 minuten).
De term ‘vaktherapie’ is de overkoepelende naam voor beeldende therapie, dans- en bewegingstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie.
In beeldende therapie wordt gebruikgemaakt van verschillende werkvormen, technieken en materialen. Je kunt bijvoorbeeld tekenen, schilderen, werken met hout, klei of steen, of met digitale middelen. Bij beeldende therapie maak je vaak een concreet werkstuk, waar je afstand van kan nemen of waar je naar kunt terugkijken.
Dans- en bewegingstherapie gaat ervan uit dat psychische en emotionele klachten te zien zijn in het lichaam en de bewegingen van de cliënt. Een danstherapeutische behandeling kan zich bijvoorbeeld richten op het reguleren van jouw emoties en het vergroten van jouw veerkracht. Door verschillende dansvormen en bewegingen kun je gevoelens, gedrag en gedachten verkennen en ermee experimenteren.
In dramatherapie wordt methodisch gewerkt met onder andere rollenspel, improvisatie, verhalen maken en psychodramatechnieken. Bij dramatherapie heb je de mogelijkheid om in een veilige spelomgeving te oefenen met ander gedrag door middel van verschillende rollen. Je kunt onder andere leren gevoelens te herkennen en op verschillende manieren te uiten, of grenzen aan te geven.
In muziektherapie wordt gewerkt met melodie, ritme, harmonie en tekst. Dat kan zowel actief, door middel van zelf muziek maken, of receptief, door het luisteren naar en ervaren van muziek. Muziektherapie kan je onder andere helpen bij het verbeteren van sociale en communicatieve vaardigheden, het uiten van emoties, en bij het verbeteren van motoriek, taal of spraak.
In psychomotorische therapie ligt de nadruk op de lichaamsbeleving en het bewegingsgedrag. Door middel van gerichte bewegings- en spelopdrachten kun je oefenen, ervaren en ontdekken welke invloed beweging heeft op jouw lichaam en geest. Dit helpt bij het herkennen en begrijpen van je lichaamssignalen, gevoelens en gedragspatronen.
Psychomotorische kindertherapie wordt gekenmerkt door een ontwikkelingsgerichte manier van werken die aansluit bij de belevingswereld van het kind. De therapeut maakt gebruik van lichaamsgericht spel, bewegings- en spelmaterialen. Het kind kan zich uiten zonder dat woorden nodig zijn en spelenderwijs andere gedragspatronen ontwikkelen.
Speltherapie is een vorm van psychotherapie voor kinderen waarbij spel als middel gebruikt wordt om kinderen te begrijpen en te helpen. De therapeut volgt het kind in zijn spel en brengt onder woorden wat er gebeurt. Spel is de taal van het kind; door spel kan het kind gevoelens uiten, ervaringen verwerken en experimenteren met nieuw gedrag.
Bij vaktherapie ligt de nadruk vooral op het doen en ervaren, minder op het praten. Vaktherapie sluit hierdoor goed aan wanneer je het liefst op een ervaringsgerichte manier met jouw problemen aan het werk gaat. Vaktherapie is geschikt voor kinderen die nog te jong zijn om er goed over te praten, of voor mensen waarbij gesproken communicatie niet makkelijk gaat. Maar het kan ook dat het probleem te veelomvattend of beladen voor je is om er over te praten. Ook kan het zo zijn dat je in andere behandelingen hebt gemerkt dat het praten jou niet afdoende verder helpt. Soms roept een beeld, een scène of een handeling meer op dan woorden kunnen doen.
Je hoeft niet ervaren of goed te zijn in de vorm van vaktherapie die je kiest. Zo hoef je bijvoorbeeld niet muzikaal te zijn om baat te hebben bij muziektherapie of sportief aangelegd voor psychomotorische therapie.
Twijfel je of vaktherapie aansluit bij jou of jouw kind? Dit kun je altijd vooraf overleggen.
Er is ook een keuzehulp Vaktherapie ontwikkeld. Deze is gebaseerd op de zorgstandaard Vaktherapie. Je kunt de vragen in de keuzehulp digitaal invullen, eventueel samen met je behandelaar, verwijzer of iemand uit jouw omgeving. Door het invullen van de vragen wordt duidelijk of vaktherapie bij je past en welke vorm. In principe kunnen alle vormen van vaktherapie helpen nieuwe ervaringen op te doen en stappen te zetten naar verbetering.
Uit hoeveel sessies bestaat een behandeling?
Er zijn veel verschillende soorten problematiek en behandeldoelen binnen vaktherapie. Daarom kan het aantal sessies per behandeling sterk verschillen. Er bestaan kortdurende, klachtgerichte behandelingen van een beperkt aantal sessies. Bij een inzichtgevende behandeling, waarbij gekeken wordt naar de aard en de oorzaken van problematiek, kan de behandeling langer duren; van een paar maanden tot ongeveer een jaar. Tot slot zijn er behandelingen die zich richten op het leren omgaan met problematiek en het voorkomen dat de problemen verergeren. Deze behandelingen duren zo lang als nodig of wenselijk. De vaktherapeut zal samen met jou afspreken wat de doelstelling van de behandeling wordt.
Krijg ik vaktherapie individueel of in een groep?
Vaktherapie kan zowel individueel als in groepen plaatsvinden. Dit is afhankelijk van de aard van de problematiek en van het aanbod van een therapeut of instelling. In sommige gevallen zal de start van een behandeling individueel zijn, waarbij later overgegaan wordt naar een groep. Jouw wensen en belangen hierin worden altijd meegewogen door de vaktherapeut. Er zijn ook behandelingen speciaal voor echtparen en gezinnen.
Waar heb ik de vaktherapie?
Vaktherapie vindt meestal plaats binnen een ggz-instelling, somatische instelling of school, of bij een vrijgevestigde vaktherapeut. In sommige gevallen kan de vaktherapeut ook bij jou langskomen, bijvoorbeeld als je niet mobiel bent of als het van belang is de cliënt in de thuissituatie te zien en te behandelen.
Moet ik iets meenemen of voorbereiden?
Je hoeft in principe niets voor te bereiden, maar het kan voor jezelf handig zijn om vooraf op te schrijven wat je wilt vragen of zeggen, zodat je bij het eerste gesprek niets vergeet.
In sommige gevallen is de soort vaktherapie al bepaald door het aanbod van de instelling. Als je de keus hebt tussen meerdere vormen van vaktherapie, dan kun je kijken met welke discipline jij de meeste affiniteit hebt. Merk je dat bewegen jou goed doet? Dan is psychomotorische therapie of dans- en bewegingstherapie misschien een goede behandelvorm voor jou. Kun je erg geraakt worden door muziek, dan zou muziektherapie wellicht passend zijn. Houd voor ogen dat je niet bedreven hoeft te zijn in de discipline die je kiest. Het gaat in vaktherapie meer om het proces en de ervaring dan om een ‘mooi’ of ‘goed’ resultaat. De vaktherapeut probeert met het aanbod zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden en wensen van de individuele cliënt.
Er is ook een keuzehulp Vaktherapie ontwikkeld. Deze is gebaseerd op de zorgstandaard Vaktherapie. Je kunt de vragen in de keuzehulp digitaal invullen, eventueel samen met je behandelaar, verwijzer of iemand uit jouw omgeving. Door het invullen van de vragen wordt duidelijk of vaktherapie bij je past en welke vorm. In principe kunnen alle vormen van vaktherapie helpen nieuwe ervaringen op te doen en stappen te zetten naar verbetering.
Of je een verwijsbrief nodig hebt, hangt af van waar je vaktherapie wilt volgen. Vraag hiernaar bij de vaktherapeut. Hij kan je hierover meer informatie geven.
Dit hangt af van jouw persoonlijke situatie. Wanneer je vaktherapie krijgt binnen een ggz-instelling of een ziekenhuis, dan vergoedt je basisverzekering de kosten. In de meeste andere gevallen zal het afhangen van jouw aanvullende verzekering of vaktherapie vergoed wordt. Raadpleeg jouw polisvoorwaarden, neem contact op met jouw zorgverzekering of kijk op de website van Zorgwijzer.nl voor meer informatie over de vergoeding van vaktherapie bij de verschillende zorgverzekeraars. In sommige gevallen krijg je vaktherapie vergoed vanuit je persoonsgebonden budget (PGB), de gemeente of jouw werkgever.
Alle zeven beroepsverenigingen voor de verschillende vaktherapeutische beroepen werken samen in Vaktherapie Nederland. Vaktherapie Nederland-vaktherapeuten handelen vanuit een gezamenlijke beroepscode en hebben minimaal een erkende hbo-opleiding afgerond.
Vaktherapie Nederland kent een eigen beroepsregister: het Kwaliteitsregister Vaktherapie. Geregistreerde vaktherapeuten hebben een supervisietraject afgerond en beschikken over voldoende werkervaring. Daarnaast stelt dit register eisen aan nascholing en intervisie. Een overzicht van alle geregistreerde vaktherapeuten is te vinden op de website van het Kwaliteitsregister Vaktherapie.
Zoek je een vrijgevestigde vaktherapeut bij jou in de buurt? Kijk dan hier. Al deze vaktherapeuten zijn geregistreerd in het Kwaliteitsregister Vaktherapie, zijn aangesloten bij een Vaktherapie Nederland-beroepsvereniging, hebben een klachtenregeling en kunnen een geldige VOG overleggen.
Hoe vervelend ook, het kan voorkomen dat je als cliënt ontevreden bent over de behandeling van de vaktherapeut en een klacht wilt indienen. Het is afhankelijk van de situatie hoe dit traject er uit zal zien.
Werkt de vaktherapeut bij een instelling?
In dit geval heb je te maken met de klachtenprocedure van de organisatie. Vaak kun je deze op de website van de organisatie terug vinden. Kun je geen klachtenprocedure terug vinden, neem dan contact op met de betreffende organisatie.
Gaat het om een vrijgevestigde vaktherapeut en gaat het om geïndiceerde zorg in het kader van de Wet Jeugdzorg of de WMO?
In dit geval betaal je niet zelf voor de therapie, maar vergoedt de gemeente deze.
Als de vaktherapeut lid is van een beroepsvereniging die bij Vaktherapie Nederland is aangesloten dan maakt hij gebruik van de Vaktherapie Nederland-klachtenregeling. Dit kun je navragen bij de therapeut. De klachtencommissie van Vaktherapie Nederland behandelt dan jouw klacht en bekijkt of de therapeut zich gehouden heeft aan de beroepscode en andere normen die op de beroepsuitoefening van toepassing zijn.
Je kunt een klacht indienen door een mail te sturen naar klacht@vaktherapie.nl of een brief naar Vaktherapie Nederland, Stationsplein 127, 3818 LE Amersfoort. Geef hierin een duidelijke omschrijving van de klacht inclusief plaats en tijdstip, jouw contactgegevens en de gegevens van de therapeut waar het om gaat. De klachtencommissie vraagt de vaktherapeut als beklaagde om schriftelijk te reageren op jouw klacht. Desgewenst kan de commissie getuigen horen, meer informatie inwinnen en een hoorzitting organiseren. De uitspraak volgt binnen 6 maanden. De commissie kan disciplinaire maatregelen opleggen als de betreffende therapeut zich strijdig met de normen heeft gedragen.
Gaat het om een vrijgevestigde vaktherapeut en NIET om geïndiceerde zorg in het kader van de WMO of de Wet Jeugdzorg?
In dit geval betaal je zelf voor de therapie of krijg je een deel vergoed vanuit jouw aanvullende zorgverzekering. In deze situatie geldt de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg. Als je als client ontevreden bent over de dienstverlening van de vaktherapeut, dan is de eerste stap om dit kenbaar te maken bij de vaktherapeut. Hij zal eerst proberen er met jou uit te komen. Lukt dit niet of wil jij dit niet, dan kun jij als cliënt naar de klachtenfunctionaris stappen. De vaktherapeut is verplicht om jou erop te wijzen wie zijn klachtenfunctionaris is. Deze klachtenfunctionaris geeft jou als klager gratis advies over het indienen en formuleren van de klacht. Uit de praktijk blijkt dat een gesprek tussen jou als cliënt en de vaktherapeut het beste werkt. Maar soms helpt ook de bemiddeling van een klachtenfunctionaris niet en ben jij nog steeds ontevreden. Je kunt dan de stap maken naar de geschilleninstantie. Deze geschilleninstantie is onafhankelijk en komt uiteindelijk tot een bindende uitspraak. Hier dien jij je aan te houden, maar ook de vaktherapeut. Eventueel kan de geschilleninstantie een schadevergoeding toekennen. Jouw klacht dient binnen 6 weken afgehandeld te zijn.