Faalangst
Faalangst is de angst om fouten te maken en komt voor bij zowel kinderen als volwassenen. De faalangst kan betrekking hebben op prestaties, zoals een spreekbeurt, een toets of examen of tijdens een sportwedstrijd. Er kan ook sprake zijn van sociale faalangst. Dit heeft betrekking op het zich niet geaccepteerd voelen door de ander. Faalangst kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met aanleg. Iemand is van zichzelf niet zo zelfverzekerd en zal snel denken dat hij niet goed genoeg is. Iemand kan ook overvraagd worden, bijvoorbeeld hoge verwachtingen van ouders. Soms is het niveau van de opleiding of het werk te hoog. Ook kunnen negatieve ervaringen uit het verleden zorgen voor faalangst.
Wat is faalangst?
Faalangst is de angst om fouten te maken en komt voor bij zowel kinderen als volwassenen. De faalangst kan betrekking hebben op prestaties, zoals een spreekbeurt, een toets of examen of tijdens een sportwedstrijd. Er kan ook sprake zijn van sociale faalangst. Dit heeft betrekking op het zich niet geaccepteerd voelen door de ander.
Faalangst kan verschillende oorzaken hebben:
- Het kan te maken hebben met aanleg. Iemand is van zichzelf niet zo zelfverzekerd en zal snel denken dat hij niet goed genoeg is.
- Iemand kan overvraagd worden, bijvoorbeeld hoge verwachtingen van ouders.
- Het niveau van opleiding of werk is te hoog.
- Negatieve ervaringen uit het verleden kunnen zorgen voor faalangst.
Gevolgen voor dagelijks functioneren
Faalangst kan grote invloed hebben op jouw dagelijks functioneren. Het kan leiden tot stress en spanningsklachten die op allerlei gebied klachten kunnen geven. Denk aan hoofdpijn, slecht slapen, prikkelbaar zijn of piekeren.
Er zijn verschillende manieren waarop mensen met faalangst omgaan. Het kan zijn dat je zo bang bent om fouten te maken dat je als het ware over-actief aan de slag gaat. Je oefent een presentatie over en over, terwijl je eigenlijk alle details perfect uit je hoofd kent. Of je blijft maar verbeteringen aanbrengen in je verslaglegging, omdat je bang bent dat het anders niet goed genoeg bevonden zal worden. Kinderen en jongeren kunnen voortdurend het gevoel hebben dat ze de lesstof nog niet genoeg beheersen en tot diep in de nacht blijven leren voor een proefwerk. Dit wordt actieve faalangst genoemd.
Het kan ook zijn dat je zo bang bent dat je fouten zult maken, dat je juist niet meer tot actie komt. Het geloof dat het toch wel weer mis zal gaan, is zo groot dat je er geen noodzaak meer in ziet om er nog energie in te steken. Je gaat als het ware onderpresteren. Dit wordt passieve faalangst genoemd.
Als je last hebt van sociale faalangst, dan kun je sociale contacten steeds meer gaan vermijden omdat je bang bent er niet bij te horen, niet aardig gevonden te worden of niet mooi genoeg te zijn. Dit kan ervoor zorgen dat je steeds meer in een sociaal isolement komt, waarbij het aangaan van contacten steeds lastiger wordt. Of je gaat je juist ontzettend overschreeuwen door stoer te doen of overdreven grappig, waardoor mensen niet meer goed kunnen inschatten wat ze aan je hebben en je gaan vermijden, waardoor je steeds meer buiten de groep komt te staan.
Kinderen met faalangst kunnen blokkeren bij toetsen of spreekbeurten. In sommige gevallen zijn ze geneigd om school te mijden of ontwikkelen ze een schoolfobie.
Vaktherapie bij faalangst
Binnen vaktherapie gaat het niet om praten, maar om handelen en ervaren. Ook lichaamsbewustzijn neemt een belangrijke plaats in. De vaktherapeut helpt je door middel van gerichte oefeningen en opdrachten inzicht te geven in jouw gevoel, jouw denkpatronen en de manier waarop jij hierdoor handelt in spannende situaties.
Je leert van negatieve gedachten meer helpende gedachten te maken die een positieve invloed hebben op jouw gevoel en op jouw handelen. Zo kun je in rollenspel oefenen met lastige situaties en verschillende oplossingsmogelijkheden uitproberen. Je schrijft bijvoorbeeld jouw eigen script waarin je de gewenste situatie schetst en laat deze spelen door de therapeut of je groepsgenoten. Jij neemt de regie over het spel en krijgt zo ook weer de regie terug op jouw eigen handelen. Kinderen kunnen hun eigen verhaal verzinnen en spelen over thema’s die met faalangst te maken hebben. Het maken van muziek kan je helpen om te oefenen met jouw eigen plan trekken of ervaren wat het met je doet als anderen naar jou luisteren. Door middel van dans en beweging ervaar je hoe het voelt om ruimte in te nemen en hoe anderen daarop reageren. De oefeningen die je doet laten jou ervaren welke oplossingen bij jou passen en welke niet en helpen je oude patronen te doorbreken.
Een faalangstbehandeling voor jongere kinderen is vanzelfsprekend anders ingericht dan die voor volwassenen. De nadruk ligt hier minder op de gedachten en de aandacht voor het symbolisch spel is groter.
Behandeltraject en werkwijze
Faalangst kan zowel individueel als in groepsverband worden behandeld. Dit is afhankelijk van de ernst van de faalangst. In een groep kun je ervaringen uitwisselen en leren van elkaar. Soms zijn de klachten te groot en vinden mensen het prettiger individueel te starten. Als je in individuele behandeling groeit in jouw zelfvertrouwen, is het mogelijk dat je daarna alsnog in groepsverband verder gaat.
Omdat faalangst in veel gradaties voorkomt, kan de behandelduur variëren van een aantal maanden tot ongeveer een jaar.
Meer informatie
Herken je jezelf of jouw kind in het bovenstaande en wil je dat er nu iets aan gedaan wordt? Zoek dan hier een vaktherapeut in jouw buurt. Wil je weten of jouw zorgverzekering vaktherapie vergoedt, kijk dan hier.
Op de volgende website kun je meer lezen over faalangst: https://www.faalangst.nl .
Bekijk ook eens het filmpje op YouTube over faalangst.
Lees verder:
Vaktherapie is een behandelvorm voor mensen met een psychische aandoening of psychosociale problematiek. Voorbeelden hiervan zijn angstklachten, gedragsproblemen, trauma of verliesverwerking.
De term ‘vaktherapie’ is de overkoepelende naam voor beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie.
Bij vaktherapie ligt de nadruk meer op het doen en ervaren en minder op het praten. Door gerichte oefeningen en werkvormen kun je jouw problematiek onderzoeken en jouw emoties en gedachten daarbij vormgeven. Door de ervaringen die je bij deze werkvormen opdoet, werk je aan bewustwording en kun je nieuwe inzichten verwerven. Je kunt bijvoorbeeld leren om op andere manieren te reageren op situaties of gevoelens. Zo kun je nieuwe mogelijkheden ontdekken en vaste patronen doorbreken.
In sommige gevallen ligt de nadruk van de therapie op het oplossen van het probleem, in andere gevallen ligt de nadruk meer op de acceptatie ervan of op het beperken van de gevolgen van een aandoening.
Vaktherapeuten zijn werkzaam binnen instellingen in de somatische en geestelijke gezondheidszorg, de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, justitiële instellingen, speciaal onderwijs, vluchtelingenzorg en welzijnsinstellingen. Ook zijn er vrijgevestigde vaktherapeuten met een eigen praktijk.
Onderstaande video van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen geeft een beeld van wat vaktherapie kan betekenen bij verschillende problematieken. Cliënten met verschillende problematieken vertellen wat vaktherapie heeft betekend.
Bij de Universiteit van Nederland geven Nederlandse topwetenschappers gratis college op internet, radio en televisie. Hoogleraar Vaktherapie Susan van Hooren heeft hier ook een college gegeven waarin ze meer vertelt over vaktherapie en antwoord geeft op de vraag of je een depressie weg kunt dansen. Bekijk hier het college (15 minuten).
De term ‘vaktherapie’ is de overkoepelende naam voor beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie.
In beeldende therapie wordt gebruikgemaakt van verschillende werkvormen, technieken en materialen. Je kunt bijvoorbeeld tekenen, schilderen, werken met hout, klei of steen, of met digitale middelen. Bij beeldende therapie maak je vaak een concreet werkstuk, waar je afstand van kan nemen of waar je naar kunt terugkijken.
Danstherapie gaat ervan uit dat psychische en emotionele klachten te zien zijn in het lichaam en de bewegingen van de cliënt. Een danstherapeutische behandeling kan zich bijvoorbeeld richten op het reguleren van jouw emoties en het vergroten van jouw veerkracht. Door verschillende dansvormen en bewegingen kun je gevoelens, gedrag en gedachten verkennen en ermee experimenteren.
In dramatherapie wordt methodisch gewerkt met onder andere rollenspel, improvisatie, verhalen maken en psychodramatechnieken. Bij dramatherapie heb je de mogelijkheid om in een veilige spelomgeving te oefenen met ander gedrag door middel van verschillende rollen. Je kunt onder andere leren gevoelens te herkennen en op verschillende manieren te uiten, of grenzen aan te geven.
In muziektherapie wordt gewerkt met melodie, ritme, harmonie en tekst. Dat kan zowel actief, door middel van zelf muziek maken, of receptief, door het luisteren naar en ervaren van muziek. Muziektherapie kan je onder andere helpen bij het verbeteren van sociale en communicatieve vaardigheden, het uiten van emoties, en bij het verbeteren van motoriek, taal of spraak.
In psychomotorische therapie ligt de nadruk op de lichaamsbeleving en het bewegingsgedrag. Door middel van gerichte bewegings- en spelopdrachten kun je oefenen, ervaren en ontdekken welke invloed beweging heeft op jouw lichaam en geest. Dit helpt bij het herkennen en begrijpen van je lichaamssignalen, gevoelens en gedragspatronen.
Psychomotorische kindertherapie wordt gekenmerkt door een ontwikkelingsgerichte manier van werken die aansluit bij de belevingswereld van het kind. De therapeut maakt gebruik van lichaamsgericht spel, bewegings- en spelmaterialen. Het kind kan zich uiten zonder dat woorden nodig zijn en spelenderwijs andere gedragspatronen ontwikkelen.
Speltherapie is een vorm van psychotherapie voor kinderen waarbij spel als middel gebruikt wordt om kinderen te begrijpen en te helpen. De therapeut volgt het kind in zijn spel en brengt onder woorden wat er gebeurt. Spel is de taal van het kind; door spel kan het kind gevoelens uiten, ervaringen verwerken en experimenteren met nieuw gedrag.
Bij vaktherapie ligt de nadruk vooral op het doen en ervaren, minder op het praten. Vaktherapie sluit hierdoor goed aan wanneer je het liefst op een ervaringsgerichte manier met jouw problemen aan het werk gaat. Vaktherapie is geschikt voor kinderen die nog te jong zijn om er goed over te praten, of voor mensen waarbij gesproken communicatie niet makkelijk gaat. Maar het kan ook dat het probleem te veelomvattend of beladen voor je is om er over te praten. Ook kan het zo zijn dat je in andere behandelingen hebt gemerkt dat het praten jou niet afdoende verder helpt. Soms roept een beeld, een scène of een handeling meer op dan woorden kunnen doen.
Je hoeft niet ervaren of goed te zijn in de vorm van vaktherapie die je kiest. Zo hoef je bijvoorbeeld niet muzikaal te zijn om baat te hebben bij muziektherapie of sportief aangelegd voor psychomotorische therapie.
Twijfel je of vaktherapie aansluit bij jou of jouw kind? Dit kun je altijd vooraf overleggen.
Uit hoeveel sessies bestaat een behandeling?
Er zijn veel verschillende soorten problematiek en behandeldoelen binnen vaktherapie. Daarom kan het aantal sessies per behandeling sterk verschillen. Er bestaan kortdurende, klachtgerichte behandelingen van een beperkt aantal sessies. Bij een inzichtgevende behandeling, waarbij gekeken wordt naar de aard en de oorzaken van problematiek, kan de behandeling langer duren; van een paar maanden tot ongeveer een jaar. Tot slot zijn er behandelingen die zich richten op het leren omgaan met problematiek en het voorkomen dat de problemen verergeren. Deze behandelingen duren zo lang als nodig of wenselijk. De vaktherapeut zal samen met jou afspreken wat de doelstelling van de behandeling wordt.
Krijg ik vaktherapie individueel of in een groep?
Vaktherapie kan zowel individueel als in groepen plaatsvinden. Dit is afhankelijk van de aard van de problematiek en van het aanbod van een therapeut of instelling. In sommige gevallen zal de start van een behandeling individueel zijn, waarbij later overgegaan wordt naar een groep. Jouw wensen en belangen hierin worden altijd meegewogen door de vaktherapeut. Er zijn ook behandelingen speciaal voor echtparen en gezinnen.
Waar heb ik de vaktherapie?
Vaktherapie vindt meestal plaats binnen een ggz-instelling, somatische instelling of school, of bij een vrijgevestigde vaktherapeut. In sommige gevallen kan de vaktherapeut ook bij jou langskomen, bijvoorbeeld als je niet mobiel bent of als het van belang is de cliënt in de thuissituatie te zien en te behandelen.
Moet ik iets meenemen of voorbereiden?
Je hoeft in principe niets voor te bereiden, maar het kan voor jezelf handig zijn om vooraf op te schrijven wat je wilt vragen of zeggen, zodat je bij het eerste gesprek niets vergeet.
In sommige gevallen is de soort vaktherapie al bepaald door het aanbod van de instelling. Als je de keus hebt tussen meerdere vormen van vaktherapie, dan kun je kijken met welke discipline jij de meeste affiniteit hebt. Merk je dat bewegen jou goed doet? Dan is psychomotorische therapie of danstherapie misschien een goede behandelvorm voor jou. Kun je erg geraakt worden door muziek, dan zou muziektherapie wellicht passend zijn. Houd voor ogen dat je niet bedreven hoeft te zijn in de discipline die je kiest. Het gaat in vaktherapie meer om het proces en de ervaring dan om een ‘mooi’ of ‘goed’ resultaat. De vaktherapeut probeert met het aanbod zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden en wensen van de individuele cliënt.
Of je een verwijsbrief nodig hebt, hangt af van waar je vaktherapie wilt volgen. Vraag hiernaar bij de vaktherapeut. Hij kan je hierover meer informatie geven.
Dit hangt af van jouw persoonlijke situatie. Wanneer je vaktherapie krijgt binnen een ggz-instelling of een ziekenhuis, dan vergoedt je basisverzekering de kosten. In de meeste andere gevallen zal het afhangen van jouw aanvullende verzekering of vaktherapie vergoed wordt. Raadpleeg jouw polisvoorwaarden, neem contact op met jouw zorgverzekering of kijk op de website van Zorgwijzer.nl voor meer informatie over de vergoeding van vaktherapie bij de verschillende zorgverzekeraars. In sommige gevallen krijg je vaktherapie vergoed vanuit je persoonsgebonden budget (PGB), de gemeente of jouw werkgever.
Alle zeven beroepsverenigingen voor de verschillende vaktherapeutische beroepen werken samen in de Federatie Vaktherapeutische Beroepen (FVB). FVB-vaktherapeuten handelen vanuit een gezamenlijke beroepscode en hebben minimaal een erkende hbo-opleiding afgerond.
De FVB kent een eigen beroepsregister: het Register Vaktherapie. Geregistreerde vaktherapeuten hebben een supervisietraject afgerond en beschikken over voldoende werkervaring. Daarnaast stelt dit register eisen aan nascholing en intervisie. Een overzicht van alle geregistreerde vaktherapeuten is te vinden op de website van het Register Vaktherapie.
Zoek je een vrijgevestigde vaktherapeut bij jou in de buurt? Kijk dan hier. Al deze vaktherapeuten zijn geregistreerd in het Register Vaktherapie, zijn aangesloten bij een FVB-beroepsvereniging, hebben een klachtenregeling en kunnen een geldige VOG overleggen.
Hoe ziet vaktherapie eruit in deze coronatijd? Voor ons staat voorop dat jij als cliënt de beste behandeling krijgt die je nodig hebt, ook in deze lastige omstandigheden. De vaktherapeut streeft ernaar om samen met jou en eventueel met jouw naasten te komen tot een maatwerkbehandeling in de best passende vorm. Dit betekent dat de vaktherapie face-to-face kan plaatsvinden. Vanzelfsprekend houden vaktherapeuten zich hierbij aan de richtlijnen van het RIVM. Voorwaarde is ook dat de veiligheid van jou als cliënt, van andere cliënten en van de vaktherapeut zelf voldoende gewaarborgd kunnen worden. Waar nodig kan face-to-face behandeling vervangen worden door beeldbellen of een andere vorm van digitale behandeling.
Het protocol 'Verantwoord opschalen vaktherapie in de eerste lijn tijdens de COVID-19 crisis' kun je hier nalezen.
Hoe vervelend ook, het kan voorkomen dat je als cliënt ontevreden bent over de behandeling van de vaktherapeut en een klacht wilt indienen. Het is afhankelijk van de situatie hoe dit traject er uit zal zien.
Werkt de vaktherapeut bij een instelling?
In dit geval heb je te maken met de klachtenprocedure van de organisatie. Vaak kun je deze op de website van de organisatie terug vinden. Kun je geen klachtenprocedure terug vinden, neem dan contact op met de betreffende organisatie.
Gaat het om een vrijgevestigde vaktherapeut en gaat het om geïndiceerde zorg in het kader van de Wet Jeugdzorg of de WMO?
In dit geval betaal je niet zelf voor de therapie, maar vergoedt de gemeente deze.
Als de vaktherapeut lid is van een beroepsvereniging die bij de FVB is aangesloten dan maakt hij gebruik van de FVB-klachtenregeling. Dit kun je navragen bij de therapeut. De FVB-klachtencommissie behandelt dan jouw klacht en bekijkt of de therapeut zich gehouden heeft aan de beroepscode en andere normen die op de beroepsuitoefening van toepassing zijn.
Je kunt een klacht indienen door een mail te sturen naar klacht@vaktherapie.nl of een brief naar FVB, Fivelingo 253, 3524 BN UTRECHT. Geef hierin een duidelijke omschrijving van de klacht inclusief plaats en tijdstip, jouw contactgegevens en de gegevens van de therapeut waar het om gaat. De klachtencommissie vraagt de vaktherapeut als beklaagde om schriftelijk te reageren op jouw klacht. Desgewenst kan de commissie getuigen horen, meer informatie inwinnen en een hoorzitting organiseren. De uitspraak volgt binnen 6 maanden. De commissie kan disciplinaire maatregelen opleggen als de betreffende therapeut zich strijdig met de normen heeft gedragen.
Gaat het om een vrijgevestigde vaktherapeut en NIET om geïndiceerde zorg in het kader van de WMO of de Wet Jeugdzorg?
In dit geval betaal je zelf voor de therapie of krijg je een deel vergoed vanuit jouw aanvullende zorgverzekering. In deze situatie geldt de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg. Als je als client ontevreden bent over de dienstverlening van de vaktherapeut, dan is de eerste stap om dit kenbaar te maken bij de vaktherapeut. Hij zal eerst proberen er met jou uit te komen. Lukt dit niet of wil jij dit niet, dan kun jij als cliënt naar de klachtenfunctionaris stappen. De vaktherapeut is verplicht om jou erop te wijzen wie zijn klachtenfunctionaris is. Deze klachtenfunctionaris geeft jou als klager gratis advies over het indienen en formuleren van de klacht. Uit de praktijk blijkt dat een gesprek tussen jou als cliënt en de vaktherapeut het beste werkt. Maar soms helpt ook de bemiddeling van een klachtenfunctionaris niet en ben jij nog steeds ontevreden. Je kunt dan de stap maken naar de geschilleninstantie. Deze geschilleninstantie is onafhankelijk en komt uiteindelijk tot een bindende uitspraak. Hier dien jij je aan te houden, maar ook de vaktherapeut. Eventueel kan de geschilleninstantie een schadevergoeding toekennen. Jouw klacht dient binnen 6 weken afgehandeld te zijn.
Begin dit jaar is de cliëntenadviesraad opgericht. We werken als FVB vaker samen met cliënten, cliëntenorganisaties of -vertegenwoordigers, maar we willen hier meer structuur in aanbrengen met de oprichting van de cliëntenadviesraad Vaktherapie (CAR). Doel van deze adviesraad is dat wij als FVB meer input vanuit cliënten ontvangen bij onze reguliere activiteiten en onze projecten. Wij vinden dat we daarmee versterken wat we doen.
De CAR bestaat op dit moment uit vijf leden. Zij zijn alle vijf (ex-)cliënt of naaste en dragen vaktherapie een warm hart toe. Wil je meer weten over de CAR-leden? Ze stellen zich hieronder voor. Klik hiervoor op de naam van het betreffende lid.
Erik Verbart
Dwayne Meijnckens
Jeroen Zwaal
Monique Wilmer
Paul Ulrich
Wil je contact opnemen met de CAR, dan kun je dit doen via clientenadviesraad@vaktherapie.nl